ZZP & aangifte inkomstenbelasting

Als ZZP’er moet je aangifte doen voor de inkomstenbelasting. Pas op dat moment draag je belasting af over je inkomsten (je omzet). Wat moet je op welk moment betalen?

We gaan er in dit artikel vanuit dat je ondernemer voor de inkomstenbelasting bent. Alleen dan kun je gebruik maken van aftrekposten die je op je winst in mindering brengt en het uiteindelijke bedrag bepalen waarover je inkomstenbelasting wordt berekend. Voor een aantal van deze aftrekposten is het ook vereist dat je aan het urencriterium voldoet.

Omzet versus Inkomen

Van de facturen (rekeningen) die je verstuurt moet je niet alleen de onkosten betalen, maar ook jezelf onderhouden. Daarnaast moet je in het eerste jaar dat je start alvast reserveren voor af te dragen belastingen. Wanneer je in loondienst bent, houd je werkgever maandelijks de te betalen loonbelasting en premies volksverzekeringen op je loon in. Als ZZP’er moet je deze zelf afdragen op het moment dat je aangifte inkomstenbelasting doet. Deze wordt berekend over je winst (omzet – kosten). Dat zal in ieder geval zo’n 30% zijn (tot € 50.000 winst) en kan oplopen tot 40%, afhankelijk van de hoogte van je winst. Maak niet de fout door je omzet als inkomsten te beschouwen, hier moet dus eerst nog de inkomstenbelasting vanaf.

Schematisch reken je als volgt van omzet naar netto inkomen:

Omzet (exclusief BTW)

– Aftrekbare kosten (exclusief BTW)

= Winst

– Aftrekposten (ondernemersaftrek, startersaftrek, winstvrijstelling etc)

– Heffingskortingen

= Belastbaar inkomen

– Inkomstenbelasting

= Je netto inkomen

De eerste belastingaanslag

De belastingaanslag komt meestal rond april. Dezelfde maand als waarin de omzetbelasting van het eerste kwartaal moet worden afgedragen. Daarnaast zal er tevens een voorlopige belastingaanslag voor het lopende jaar worden verstuurd. Dat betekent dat in de maand april na het eerste kalenderjaar de belastingdienst het volgende wil hebben: grofweg 30% (=gemiddelde netto belastingdruk) van de winst van afgelopen jaar, 21% (=BTW) over de omzet van het afgelopen kwartaal en 30% van de te verwachten winst voor komend jaar.

Daarbij komt ook nog de premie voor de Zorgverzekeringswet (ZVW). Dit is een percentage (in 2023 5,43%) van je belastbare winst met een maximum van € 3.635 (2023) Je zult niet de eerste startende ZZP’er zijn die door deze opstapeling van inkomstenbelasting, BTW en ZVW-premie in financiële problemen komt!

Vooraf preventief belastinggeld opzij zetten

Het geld dat moet worden overgemaakt naar de belastingdienst moet je niet bij je inkomen tellen. Het is dan ook aan te raden van elke euro omzet de af te dragen BTW (21%) en 30-35% reservering voor de inkomstenbelasting en ZVW alvast opzij te zetten. Dit kan bijvoorbeeld op een aparte spaarrekening. Hier kun je dan ieder kwartaal de verschuldigde BTW van betalen en de jaarlijkse aanslag inkomstenbelasting. Maak hier een goede berekening van wanneer je ZZP-er wilt worden zodat je geen liquiditeitsproblemen krijgt bij een aanslag of aangifte.

Bezwaar of gespreid betalen

Er kan bij de belastingdienst een verzoek gedaan worden om maandelijks de inkomsten belasting af te dragen. Deze bedragen blijven dan te overzien en het verplicht je tevens om alles elke maand weer goed op een rijtje te zetten. Je kunt ook een bezwaarschrift indienen wanneer je verwacht dat de te verwachten winst lager (of hoger) zal uitvallen.

Aftrekposten voor de ZZP’er

Wanneer je zelf gaat rekenen om vast te stellen wat je aan inkomstenbelasting moet betalen, houdt dan rekening met de aftrekposten die je als (startende) ZZP’er hebt. Dit kunnen de startersaftrek en de zelfstandigenaftrek zijn, afhankelijk van of je aan de voorwaarden voldoet om hiervoor in aanmerking te komen. Maar natuurlijk ook de andere zaken die je winst (en te betalen belasting drukken) zoals zakelijke kosten, MKB-winstvrijstelling, investeringen/ afschrijvingen en kosten voor gebruik van je (prive) auto. Het loont al snel om een fiscalist of boekhouder in te schakelen die je aangifte zo volledig mogelijk invult.